DE EVOLUTIE VAN HET BEWUSTZIJN
In schema zien de samenstelling van Zonnestelsel en Mens er als volgt uit:
(klikken om te vergroten – openen op een nieuwe pagina)
Zowel het linkerplaatje “De Samenstelling van het Zonnestelsel” als het rechterplaatje “De Samenstelling van de Mens” (dat uit het eerste is afgeleid), zijn te groot om hier af te beelden. Beide plaatjes kunnen geopend worden door erop te klikken. Om het onderstaande te volgen zijn de gedetailleerde (PDF-)afbeeldingen nodig. Het verdient wellicht aanbeveling om vóór het lezen afdrukken te maken van beide schema’s.
De reis van de Monade / Ziel door het kosmisch-fysieke gebied – Uitgangspunten
- Alles is energie.
- Er zijn zeven fundamentele energieën, de z.g. Stralen.
- De Wet van Oorzaak en Gevolg (Actie versus Reactie)
- De Wet van Wedergeboorte
Definities
Om ons een beeld te vormen waarover we spreken, zijn definities van een aantal begrippen noodzakelijk.
Goddelijk: Het ongedifferentieerde – Goddelijk gebied – 1e straal). (Uitleg over de stralen)
Monade, Geest, het Ene Leven, Energie: de ondefinieerbare oorzaak; de emanerende energie; het ene leven en de ene bron van ZIJN; het totaal van alle krachten, van alle staten van bewustzijn, van alle vormen, het Zelf (de ziel) en het niet-zelf (de persoonlijkheid).
Op het Monadisch gebied bevindt zich de Drie-eenheid: de Goddelijke Wil – 1e straal, Liefde-Wijsheid – 2e straal en Werkzaamheid van Intelligentie – 3e straal. Deze Drie worden ook wel de Vader – Moeder – Zoon genoemd. (Uitleg over de stralen)
Geest en energie zijn synonieme termen en meestal onderling verwisselbaar.
Ziel: De ziel is op zijn eigen gebied volmaakt, maar wordt zich bewust van het Zelf door leerprocessen op aarde; het waarnemend wezen, voortgebracht door Vader-Geest en Moeder-Stof; de middelaar tussen de monade en de persoonlijkheid; de ziel is noch geest, noch stof maar de verbinding tussen deze twee; hij zetelt in het brein (pijnappelklier) en wordt pas ontdekt en in een later stadium gebruikt als het denkvermogen ontwikkeld en tot werkzaamheid gebracht is.
Energie: dit begrip wordt gebruikt zonder dat men tot nu toe weet waar zij uit bestaat. Wel kan men zich een voorstelling maken van de kracht ervan.
Het menselijk fysieke lichaam moet zich gedurende vele levens leren aanpassen aan de trillingen op die gebieden, waar men zich qua bewustzijn bevindt. Dit gaat door tot het Atmische gebied (super-etherisch), daarna wordt men op het Monadisch gebied (sub-atomisch) een Meester van Wijsheid en bedient men zich van een Licht-lichaam. Alle stoffelijke delen zijn opgebrand. D.w.z. alle kennis van het Kosmisch fysieke gebied is bewust verworven en er zijn geen incarnaties meer nodig in een stoffelijk fysiek lichaam. Wel kan een Meester van Wijsheid terugkeren voor dienst aan de wereld/mensheid door een gecreëerd lichaam (een mayavirupa) te gebruiken of indien nodig, het laatste fysieke lichaam.
Bewustzijn: Het Ene Leven (het ongedifferentieerde – Goddelijk gebied – 1e straal) openbaart zich door de stof, waardoor een derde factor ontstaat die we bewustzijn noemen. (Monadisch – 1e-2e-3e straal). Dit bewustzijn is het resultaat van de vereniging van geest en stof, de ziel aller dingen. De energie-eenheid die we atoom noemen of de vorm van een mens, een planeet of zonnestelsel. (Uitleg over de stralen)
Welke reis leggen we in neerdalende lijn af?
Als individuele ziel in een groep dalen we vanaf het Monadisch gebied (sub – atomische substantie) naar het oorzakelijk lichaam (op het hoger mentaal – gasvormig).
Dit is de opslagplaats voor de ervaringen van de ziel in incarnatie. De ziel bevindt zich dus op het hoger mentale gebied en bestaat uit ether voor het energielichaam en de stoffelijke bestanddelen voor het lichaam van de persoonlijkheid in incarnatie. Alle informatie is opgeslagen in 3 permanente atomen. D.w.z. het verleden, heden en toekomst, die het karma van het fysiek, astraal en mentaal lichamen belichamen. Bij de overgang (dood) worden de geleerde lessen bij de permanente atomen in het oorzakelijk lichaam opgeslagen. Dus niets van de geleerde lessen gaat verloren. Bij elke nieuwe incarnatie wordt door de Heer van karma, bepaald met welke stralen/energieën gewerkt moet worden om de volgende lessen te leren. Zo daalt men af naar het fysieke gebied voor incarnatie (het kosmisch vast) met het bewustzijn op een van de ondergebieden van het astraal, mentaal, Buddhisch of Atmisch gebied.
Welke reis leggen we in opwaartse lijn af?
Voorafgaand aan de incarnatie beginnen we met de afdaling vanuit het oorzakelijk lichaam. Het nieuwe lichaam wordt gecreëerd door dit van boven naar beneden op te bouwen.
Bij de geboorte zit de baby als een vacuüm in het etherlichaam, een beweegbare ballon. De eerste schreeuw betekent eigenlijk dat het etherisch lichaam zich volledig om het kind heen welft, om definitief als een duikerspak om het fysieke lichaam te gaan zitten. Met het begrip – leven – wordt esoterisch het energielichaam bedoeld. Blijkbaar is het niet de geboorte van het fysieke lichaam op zich, die de pijn veroorzaakt (wel voor de moeder natuurlijk), maar schijnt het de ervaring van het zich definitief vestigen van het etherisch lichaam om het fysieke lichaam te zijn, die gevoeld wordt als een soort explosie, vandaar de schreeuw van het kind (beschreven in Kosmisch Vuur).
Voor een goed begrip van de samenstelling van de mens is het volgende ook van belang:
Het etherlichaam is het beginsel of de blauwdruk van het fysieke lichaam en dus niet het fysieke lichaam zelf dat het gevolg is van het functioneren van het etherisch lichaam. De meeste ziekten ontstaan ook in het etherisch lichaam, als gevolg van het conflict tussen de inkomende hogere energie en de bestaande grove stof van het fysieke lichaam. Men noemt dat Vuur door wrijving.
Het hart vormt de verbinding met de levenskracht en als het hart stopt, wordt de levensdraad met het etherlichaam verbroken. Dit lichaam wordt ontbonden en verstrooid op het etherisch gebied. Bewustzijn is verbonden door de bewustzijnsdraad in het hoofd (pijnappelklier). Bij verbreking van deze draad blijft wel de ziel en in eerste instantie het astraal/mentaal lichaam aanwezig. Dus orgaandonaties gaan gepaard met de dringende vraag of dit wel de juiste weg is, hoe altruïstisch ook bedoeld door de gever. Bovendien krijgt de ontvanger ook een stuk karma van de gever. En of je daar blij mee moet zijn is ook maar de vraag. De overwaardering van het fysieke bestaan wordt hoofdzakelijk bepaald door angst voor de dood of door het verlangen naar een leven zonder lijden, de maakbare mens. Ook dat roept vragen op: waarom lijden wij? Is er wellicht een reden voor?
Wij vervolgen onze opwaartse reis
Na de geboorte begint het proces van naar school gaan. De persoonlijkheid leert door de trap te bestijgen zijn begoochelingen te onderkennen, de ziel daalt tegelijkertijd af naarmate de belemmeringen zijn overwonnen. Deze ontmoeting noemt men inwijding en zo wordt de werkzaamheid van de ziel steeds meer in de persoonlijkheid geïntegreerd en wordt de persoonlijkheid uiteindelijk ziel-doordrenkt.
Afhankelijk van het punt van evolutie (bewustzijn) wat men bereikt heeft bij de voorgaande incarnatie, zal men de eerste 28 jaar in een soort herhaling van datgene wat geleerd is, opnieuw ervaren. Het is toch ook weer nieuw, omdat men zich de voorgaande incarnaties over het algemeen niet herinnert. Personen en gebeurtenissen uit andere incarnaties spelen daar meestal een rol in, vaak wel in een andere samenstelling, b.v. bij een gezin. De moeder of vriendin van toen, kan nu je broer of vader zijn. Karmisch heeft men met deze ziel wat uit te werken of opnieuw een liefdesband te bestendigen.
Na het 28e levensjaar (gemiddeld) kan men aan een nieuwe fase beginnen. Komt er tussen de 35 en 45 jaar een omslag in het leven, dan treedt een volgende fase van leren in. Die kan gepaard gaan met een heel ander werkterrein, andere studie, nieuwe partner, verlies van geliefden of familie, etc.
Gesteld wordt dat men aan het begin van zijn incarnatie 3 opdrachten meekrijgt. Hiermee worden niet bedoeld gebeurtenissen, hoewel deze wel als trigger voor het leerproces dienen, maar zij zijn het gevolg van de begoochelingen van een of meer stralen.
Voorbeelden van begoochelingen: hoogmoed en manipulatie (beide 3e straal), bezit (ook van kinderen), jaloezie, macht, geld, maar ook verering van een persoon of toewijding aan een idee of ideologie, etc.
Dit alles zijn geen strafexpedities; in die zin is iemand niet slecht omdat begoochelingen deel uitmaken van het mens-zijn. Je zou bij wijze van tegenwerping kunnen vragen: zijn er dan geen slechte mensen? Jazeker, maar vanuit de ziel gezien is iedereen goed. Zoveel mogelijk van de zielenkwaliteit kunnen uitdrukken lukt pas na vele leerprocessen door heel veel incarnaties heen.
De esoterische psychologie biedt de mogelijkheid om meer inzicht te krijgen in onze eigen samenstelling en ontwikkeling, waardoor wij en de anderen bepaald worden met als doel een betere wereld, waarin haat, wrok, geld en macht geleidelijk aan kunnen verdwijnen.
Het Pakistaanse meisje Malala zei het op tv zo treffend: onderwijs, onderwijs, onderwijs is de sleutel tot verandering.